Dyscalculie

Kinderen met dyscalculie hebben een hardnekkig probleem met het aanleren en automatiseren van reken- en telhandelingen. Er is sprake van een gebrek aan getalbegrip. Een kind met dyscalculie kan het bijvoorbeeld lastig vinden om in te zien dat het verschil tussen 75 en 80 evenveel is als het verschil tussen 5 en 10. Daarnaast kunnen deze kinderen moeite hebben met eenvoudige rekensommen, het overzien van getalbeelden en hoeveelheden, klokkijken en het omgaan met geld. Er is echter veel heterogeniteit in de problematiek waar kinderen met dyscalculie tegenaan lopen. Wanneer kinderen moeite hebben met rekenen is er echter niet altijd sprake van dyscalculie. Dyscalculie is een rekenstoornis die voorkomt bij ongeveer 5% van de kinderen. Dyscalculie bestaat uit de Griekse woorden ‘dys’ en ‘calculie’, wat letterlijk ‘slecht/minder goed in rekenen’ betekent. Dit heeft niks met intelligentie te maken, want kinderen met dyscalculie zijn even slim als leeftijdgenoten. 

Dyscalculie kenmerkt zich door: 


Dyscalculie is een leerstoornis en geen leerprobleem. Een leerstoornis is een aandoening, iets dat niet overgaat. De stoornis blijft dus voor de rest van het leven van het kind bestaan. Kinderen met een leerprobleem, zoals rekenzwakte, kunnen door intensieve begeleiding groeien. Natuurlijk is het belangrijk dat kinderen met dyscalculie ook blijven oefenen en extra begeleiding krijgen. Op die manier kunnen ze leren omgaan met hun dyscalculie en op hun eigen niveau leerstapjes maken. Kinderen met dyscalculie kunnen ook andere problematiek ontwikkelen, zoals onzekerheid of faalangst. Ze willen het graag goed doen en werken erg hard, maar toch lukt het rekenen niet. Het is belangrijk om hier alert op te zijn en het kind uit te leggen wat het betekent om dyscalculie te hebben. 

Kinderen met dyscalculie zijn vaak juist goed in het begrijpen van visuele informatie en zijn vaak creatief en artistiek. Het is belangrijk om naar de talenten en sterke kanten te kijken bij een kind. 

Naast dyscalculie kunnen nog andere stoornissen voorkomen, zoals ADHD, dyslexie of autisme. Er wordt dan gesproken van comorbiditeit. Dit betekent dat verschillende stoornissen samen voorkomen. 

Een dyscalculieonderzoek kan worden uitgevoerd vanaf groep 6.


Gebruikte bron: www.RID.nl